Biografie Gerard Akerboom
Gerard Akerboom is geboren in Amsterdam op 16 januari 1950.
In 1965 verhuisde hij van Amsterdam naar Utrecht; in 1974 van Utrecht naar Asperen (N-B) en in 1984 van Asperen naar Leerdam (U). Hij is de tweede van vijf kinderen. Vader is timmerman; later bouwkundig opzichter, moeder is huisvrouw.
Opgegroeid in de Pijp, tegenover het Ignatius College, schuin tegenover het Rijksmuseum. Als jongen bezoekt hij het Rijks- en het Stedelijk Museum. Daar vindt hij indrukwekkende ‘kunstwerelden’ die er op loopafstand en als vanzelfsprekend zijn. Hij raakt gefascineerd en is voortdurend bezig met tekenen, schetsen, verf en inkt, met allerlei technieken. Exploreert de mogelijkheden en gaat op zoek naar nieuwe, wezenlijke werelden.
Op 20-jarige leeftijd, na de Kweekschool, moest een serieuze beslissing genomen worden: naar de kunstacademie of naar de universiteit. Door íntellectuele honger’ werd het de universiteit, studierichting psychologie, in 1977 cum laude afgesloten.
Vanaf 1977 tot 1988 is hij als onderwijskundige bij de beeldende vakken werkzaam bij een lerarenopleiding in Utrecht en van 1988 tot 2008 als managementtrainer/consultant voor het bedrijfsleven.
Naast zijn werk is hij altijd doorgegaan met tekenen, schilderen, grafisch werken en beeldhouwen.
Zo is een grote collectie schilderijen, tekeningen, grafisch werk en (stenen) beelden ontstaan. Naarmate hij ouder wordt gaat het belang om zich met beelden en verbeelden bezig te houden steeds sterker spelen. Vanaf 1995 volgt hij verschillende beeldhouwcursussen in binnen- en buitenland om het beeldhouwen onder de knie te krijgen. In 1998 heeft hij zijn eerste (solo-)expositie in het ‘Kunststation’ in Leerdam. Vanaf 2006 geeft Gerard Akerboom les in beeldhouwen; vanaf 2010 in tekenen en schilderen. In 2008 start hij zijn carrière als fulltime professioneel kunstenaar.
Gerard Akerboom tekent en schildert al vanaf zijn prille jeugd. Elementen van zijn huidige tekeningen ontstonden al begin jaren zeventig. Het uitgangspunt is betrekkelijk realistisch. Hij kiest meestal voor het landschap en het menselijk lichaam. De weergave is abstract in een repetitieve, vaak kras-achtige structuur. Andere kenmerken zijn het dichtzetten van het vlak en het daarin aanbrengen van lijnen en (geometrische) vormen welke intuïtief tot stand komen. Vanaf begin 2000 vindt hij zijn inspiratie in sterke mate in het gedachtegoed van Carl Jung. Vooral het concept van Jungs archetypen inspireert. In ieder mens leven oerbeelden van angst, dreiging, van de moeder- en vaderfiguur, van vuur en water… Deze basiselementen zijn opgenomen in een gemeenschappelijke, psychische structuur, een individueel en collectief bewustzijn. Ieder mens beschikt daardoor over een enorme rijkdom aan beelden, kan ze laten spreken, ze betekenis aan laten nemen.
Hij vindt het belangrijk dat de beschouwer van dit werk alle ruimte voor eigen interpretatie neemt.
Het is polyinterpretabel. Een donkere berg tegen een nachtelijke hemel genereert dreiging, angst, maar biedt tegelijk de mogelijkheid om zich te verbergen. Zo kan men vele betekenissen oproepen waarvoor geen woorden nodig zijn. De tekeningen en schilderijen roepen individuele reminiscenties op die in een (collectief) onderbewustzijn zijn opgeslagen. De zeggingskracht wordt versterkt door de compositorische en esthetische kwaliteit.
Later, vanaf 2014, verschuift opnieuw de betekenis van zijn werk. In de wereld speelt bedreiging op allerlei vlakken – veiligheid, milieu, privacy – een rol. Hij wil zijn werk een tegenhanger laten zijn, door het rust, ordening, schoonheid, bezinning en troost te laten bieden. Verbondenheid ontstaat tussen degenen die de beelden aanvoelen. Beeldelementen als kleur, ritme, vorm en plaatsing roepen verhalen op die niet in woorden vertaald kunnen worden. Hij ervaart dat zich tijdens het schilderen voortdurend nieuwe ideeën aandienen, op organische wijze, het ene werk komt uit het andere voort. Het onderzoek om te komen tot voor hem ‘ware’ beelden is eindeloos, spannend en geeft hem grote voldoening.